Hoe kan dat kloppen op die meridianen werken?

Graag zouden wij hier één glasheldere en gemakkelijk te begrijpen verklaring voor de werking van de kloptechnieken geven. Helaas, die is er niet. Er zijn wel enkele theorieën over die tenminste een tipje van de sluier oplichten.

Cortisol

Cortisol wordt door de bijnieren aangemaakt als wij in gevaar zijn. Tijdens zulke momenten van hoge stress zorgt het ervoor dat ons lichaam goed functioneert. Bij chronische stress blijft het lichaam cortisol aanmaken hoewel er géén acuut gevaar is. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als er een trauma op de achtergrond actief is dat ons in een toestand van verhoogde alertheid houdt.

Door drie studies over de cortisolspiegel in het speeksel vóór en na het kloppen weten we dat kloppen het cortisolniveau significant reduceert. Daarom kunnen we met zekerheid beweren dat kloppen stress reduceert. En dat kun je duidelijk voelen!

Achtzame aanraking

In de huid bevinden zich receptoren die achtzame, liefdevolle aanrakingen registreren. Zij sturen via een direct lijntje een signaal naar de hersenen, met de boodschap dat het goed met ons gaat. Dit is de reden waarom wij onszelf bij stress automatisch beginnen te "aaien" - vooral in ons gezicht. Onbewust weten we dat dit rustgevend is. Bij het kloppen is het daarom belangrijk dat we dit - bij anderen maar ook bij onszelf - niet te hard en te snel doen. 

Een gevoel van veiligheid

Ons autonome zenuwstelsel bestaat uit de sympathicus en de parasympathicus. De sympathicus domineert als wij lichamelijk of emotioneel actief zijn; de parasympathicus als wij in een ontspannen toestand zijn. De nervus vagus is de tiende, langste en meest complexe zenuw van de parasympathicus. Deze zenuw wordt geactiveerd door een gevoel van veiligheid.

Tijdens een klopsessie komt de cliënt in contact met heftige emoties, vaak verbonden met een beladen of traumatische herinnering. Hierbij is zijn sympathicus actief. Nu gebeurt er iets wat neuroreceptie heet: het autonome zenuwstelsel van de cliënt ontcijfert onbewust het zenuwstelsel van zijn therapeut. Zijn zenuwstelsel neemt het volgende waar: haar blikcontact, haar langzame ademhaling, haar achtzaamheid, haar oprechte interesse en compassie. Deze signalen worden ontcijferd als "hier ben ik veilig". Hierdoor schakelt zijn autonome zenuwstelsel tijdens de confrontatie met een trigger van de sympathicus naar de parasympathicus.  

Humor en bewust ademen

Bij TBT hebben we nog twee elementen die de nervus vagus activeren. Ten eerste is er het speelse element dat zo kenmerkend is voor deze techniek. Als we lachen zitten we meteen in een vagotone, dus de ontspannen modus. En ook in de tussenfases waarin we het resultaat van het kloppen en het vervreemden controleren, doen we iets om de nervus vagus te activeren: we ademen bewust en lang uit waarbij we de stembanden laten trillen. Eén tak van de nervus vagus is verbonden met de stembanden en keelspieren. 

Te veel tegelijkertijd voor het werkgeheugen

Ook de volgende verklaring geldt alleen maar voor TBT. Tijdens het kloppen halen we een beladen herinnering terug in het werkgeheugen. Tergelijkertijd moet een cliënt allerlei taken uitvoeren, bijv. een handeling beschrijven die achterstevoren loopt, naar snelle muziek luisteren én daarbij nog zijn voeten bewegen. Dit belast het werkgeheugen dusdanig, dat de herinnering aan lading verliest en in die emotioneel "afgeslankte" versie wordt opgeslagen in het langetermijngeheugen. 

Een kleine verandering met een verlichtend effect

Elke keer als we aan iets denken dat ons is overkomen, is de inhoud van deze herinnering actief in de hersenen. Hierbij wordt deze inhoud labiel en vormbaar. Op dat moment staat de herinnering quasi open voor een verandering. In de laatste stap van het TBT proces maken wij bewust gebruik van deze neiging van de hersenen en bieden een nieuw element aan. Dat kan bijvoorbeeld een stukje troost zijn dat een gevoel van verbondenheid laat ontstaan; of iets assertiefs wat een gevoel van zelfvertrouwen en zelfredzaamheid oproept. Vanaf het moment dat dit door de hersenen wordt verwerkt, ligt het bij de herinnering opgeslagen. Dit fenomeen wordt neuroplasticiteit genoemd.